HEX
Thomas Olde
Heuvelt
Mening
Ik vond het
zeker weten een erg speciaal en leuk boek. Ik ben van Nederlandse boeken gewend
dat ze nooit echt leuk zijn. Ze gaan over dingen die me niet interesseren of
zijn gewoon niet spannend. Dit boek was wel heel leuk! Het boek bestaat uit 2
delen, waarbij het eerste deel best lang en langdradig was, dat was iets
minder, maar het 2e deel was echt een deel waarop alle
gebeurtenissen zich enorm snel opeen volgen.
In deel 2 begint een soort Apocalyps. De Wylerheks krijgt al haar
kracht terug, en is niet meer te stoppen. Mensen gaan meer op beesten lijken,
en het is al met al erg spannend geschreven. Je bent gewend van boeken dat die
goed aflopen, maar bij dit boek ben daar niet zeker van, waardoor je alleen nog
maar sneller wilt weten hoe het afloopt.
Ik vond dit
zeker een aanrader, vooral om dat dit niet horror is zoals The human Centipede, Saw of Child’s
play. Dit is een boek dat je in spanning
houd door de mysterie en dreiging die er is, niet zoals de ellende en pijn in
de voorgenoemde films/boeken. Dit zou je in een manier wel een psychologische
horror kunnen noemen, omdat er behalve wat moorden, onbewust veel dreiging is
waar je op gaat reageren. Stel je voor: Je woont in een behekst dorp. Iedereen
is er vervloekt door een vrouw met dichtgenaaide ogen en lippen. Als je weg
probeert te gaan pleeg je zelfmoord. Je weet niet wat ze wil, je word
langzaamaan gek door het gevoel van gevangenschap en je onmacht. Dit is zeker
psychologisch te noemen.
In vergelijking met het vorige
gelezen boek: de moeder van David S. Is
dit een groot verschil. Beide boeken zijn psychologisch, maar Hex blijft je
veel meer bij. Er zit meer spanning in, er gebeurd veel meer en het is zeker
weten veel meer horror dan in David S.
Het boek:
Het doel van de (menselijke) hoofdpersonen is
overleven met de Wylerheks, een oude vervloekte vrouw die de bekenaren
vervloekt heeft, en haar vloek blijven ontlopen. De missie van de hoofdpersoon
de Wylerheks, Katharina,is om op alle bekenaren wraak te nemen. De Wylerheks werkt
de Bekenaren tegen met haar mindtricks, en voor een deel ook Gemma de
slagersvrouw die een pact heeft met Katharina. Zo heeft Katharina Gemma’s
mishandelende man gedood, in ruil voor een regelmatig offer van Gemma. Katharina
dood bijvoorbeeld mensen met haar dodelijke gefluister, en brengt mensen en
bijvoorbeeld de hond Fledder van de familie de Graaf tot zelfmoord.
Eigenlijk word alleen Katharina tegengehouden. De anderen proberen te
overleven, en hebben daar een gedeeltelijke eenheid voor gevormd. Katharina
word tegengehouden door haar dichtgenaaide ogen en mond waardoor haar kracht,
die werkt met het fluisteren van bezweringen, niet werkt. Ze kan niemand echt
meer betoveren, alleen oude, jonge of zieke mensen, omdat hun geest niet sterk
genoeg is om het te kunnen weerstaan.
Het meeste word geschreven uit het oogpunt van de leden van de Familie
De Graaf: Stefan, Jolanda, Timo en Max. Ook word het boek voor 2/3 hoofdstukken
geschreven vanuit het oogpunt van Gemma en
Jelmer Holst, de slagersweduwe en haar zoon.
Er zit een
constante verschuiving in qua hoofdstuk, waardoor niet eens zeker te zeggen is
wie de (menselijke) hoofdpersoon is, de Wylerheks is anderzijds de
hoofdpersoon, doordat het hele boek om haar geschiedenis, toekomst en nu gaat.
Ze word constant aanbeden en gevreesd.
Hoofdpersoon(en)
Het uiterlijk
word bijna niet beschreven van de meeste personages, al zijn de personages vaak
oud-Nederlands blond, dat wel. Sommige personages worden dan wel weer
beschreven: Van Gemma Holst is bekend dat ze breed, zwaargebouwd, en groot is,
met grote geoefende slagershanden waar menig eelt op zit. En van Katharina is
bekend dat ze een oude, in lompen gehulde heks is, dat haar haar en huid zijn
vies en vettig, ze loopt op grauwe blote voeten, draagt een zwart vies gewaad, en haar ogen en
mond zijn dicht genaaid.
De personages, de jongeren van Beek, zijn erg nieuwsgierig naar hoe de Wylerheks is
ontstaan, en ook hoe ze reageert in verschillende omstandigheden. Maar
tegelijkertijd zijn ze ook wel terughoudend, omdat ze niet de Wylervloek willen
ontketenen. Iedereen in Beek is ook doodsbang voor haar. Van de Wylerheks op
deze manier bekend dat ze vernederingen met kan doorstaan, maar dat ze daarna
vreselijk wraak neemt door dieren en mensen zelfmoord te laten plegen of zulke
mensen dood neer te laten vallen. Op deze manier komt de hond van de familie de
Graaf ook om het leven. Hij word na vermist te zijn, opgehangen in het bos
terug gevonden, aan een enorm hoge boom waar geen mens in kan klimmen.
In de loop van het verhaal loopt alles steeds meer uit te hand tot meer
lijkt op hel op aarde. De hoofdpersonen worden angstiger en wantrouwender dan
eerst. Ze komen erachter dat de Wylerheks eigenlijk helemaal niet de vloek is,
maar dat zijn ze zelf, door het wantrouwen, corruptie en arrogantie dat onder
de bekenaren heerst hebben ze ervoor gezorgd dat de Wylerheks wraak neemt op
een vreselijke manier. Niemand komt nog levend uit Beek….
Literaire
verhalen en begrippen
De wylerheks
is de hoofdpersoon, ze is een heks, dus een stereotype, een type. De rest van
de hoofdpersonen zijn karakters. Alles in het boek gaat om haar, en er is niet
veel van haar karakter bekend, maar omdat ze een (stereo) type is, weet iedereen
meteen wat voor soort achtergrond, geheimen of karakter ze moet hebben.
De tegenstander van de Wylerheks zijn karakters, Katharina zelf is een
type, dus iedereen die haar helpt is een karakter, zoals Gemma de slagersvrouw.
Van deze karakters is niets zomaar bekend. Als we iets over hun verleden of
geheimen willen weten zullen we het moeten lezen in het boek.
Hieruit concludeer ik dat er maar 1 type in het hele boek is, 1
personage die een stereotype vertegenwoordigd en die meteen in een ‘’hokje’ te plaatsen is. De rest van de personages hebben allemaal een
eigen karakter en geweten. Ook Gemma,
Katharina’s hulpje is een Karakter.
DIY,
schrijven
Hoofdstuk 1
Ik zie het huis naderen, meter bij meter. Elk rondje
dat mijn fietswiel om zijn as draait voel ik mijn ingewanden inkrimpen. Ik ben
niet de enige. De hond van de buren die altijd zo vrolijk hoort te zijn, glipt
als een haas met zijn staart tussen z'n poten tussen de huizen door.
Ik kijk recht voor me uit en knijp de versleten rubberen
handvaten van mijn fietsstuur goed vast. Dat heb ik nu al zo vaak gedaan dat
het model van m'n hand tot op de bloedvaten aan toe in het rubber zit gegrift.
Als ik niet kijk, misschien zie ik hem niet.
Zie ik daar iets bewegen? Nee toch niet. Nog een keer
kijken.... Flitsen daar ogen voorbij of ben ik weer paranoïde? Waarom kijk ik
eigenlijk? Waarom kijk ik als ik hem niet eens HOEF te zien.
Ik zet m'n voeten stevig op de trappers om snel de 50
meter te kunnen halen.
Ik snap niet wat er zo raar aan is. Het huis ziet er
normaal uit, maar de gordijnen zijn dicht, en er komen vreemde geluiden uit,
dag en nacht. Ik kijk het huis in, en
kijk recht in een soort goudgloeiende ogen. Ik schrik me dood en durf te wedden
dat mijn hart echt even stopt.
Van binnen
bevries ik en ik durf me niet te bewegen waardoor ik bijna omval met Mijn fiets.
'Holy.... ' sis ik vloekend. Doodsbang probeer ik de snelheid weer op te
voeren, maar ik ben te laat.
Haastig kijk als bevroren achterom terwijl ik mijn
gewicht op de trappers zet , en mijn fiets valt van de plotselinge bewegingen van de stoep af. In paniek val ik om met mijn
hoofd tegen de muur. Ik hoor een deur dichtklappen en ik durf niet te ademen,
ondanks de schrapende pijn van bakstenen dat tegen mijn hoofdhuid schuurt. Wat
is dat? Was dat eigenlijk wel menselijk?
De angst houdt me zo in de greep dat ik de bonzende
hoofdpijn niet meer voel.
De deur gaat verder open. Een zwarte leren laars dat
rechtstreeks uit de game Assassins Creed of
Halo komt daalt langzaam van de trede
af. Mijn oren piepen hard mee met het geruis van de lange jas die daarachteraan
komt en in mijn hoofd galmen al snel de voetstappen van ijzeren zolen van de
zwarte laarzen door tot in mijn oren, tot het diepste van mijn hersenen, een
vernietigende sonar of Mass destruction.
Ongevoelig voor de pijn die met het bloed uit mijn
knieën en hoofd komt, krabbel ik onhandig overeind. Ik laat mijn fietswrak voor
wat het is in de steeg. Ik hijg zwaar en durf niet achterom te kijken, wel
luister ik uit angst naar de dreigende stilte, dat alles voor zover mogelijk
nog erger maakt.
Met bibberende handen
vis ik de huissleutel uit mijn zak. Gespannen over mijn schouder kijkend
probeer ik het verdomde stukje ijzer in het slot te krijgen en ik duw met alles
wat ik nog heb tegen de deur. Die glipt open en ik trek de sleutel terug. Ik
glip tussen de deurpost en de deur door als die nog niet eens 20 centimeter open
is en doe meteen zo snel mogleijk de sleutel weer in het slot. Ik laat me
met mijn rug tegen de deurpost naar beneden zakken en leg mijn armen om mijn opengetrokken
knieën heen. Hier ben ik veilig, hoop ik.
De man uit het huis kan me niet zien.
Mijn ogen branden van de hoofdpijn en ik scheur een
stuk van mijn kapotte broek af om de jaap in mijn slaap te dichten. De pijn is
stekend maar wordt overheerst door een harde piep in mijn oren en de bonkende
koppijn van mijn hoofd tegen de muur.
Ik hou mijn adem in als ik voetstappen hoor die
dichterbij komen. Ik maak geen grapjes, dit ben ik op mijn dapperst. Ik heb al
mijn vrienden uitgedaagd om door de steeg te komen, dat hebben ze geprobeerd,
en ze doen dat van hun leven nooit weer, geen wonder dat ik nu niet meer
geliefd ben als gastheer om ergens te chillen…..
Ik houd mijn hoofd zo bezig, denken denken denken aan
de feiten. Luister naar de feiten. Geen voetstappen buiten. Luister Rune, denken Rune, niet voelen Rune,
alles komt goed Rune.
Ik hoor wel geklop maar dat kan er niet zijn. Er IS
geen hoofdwond, mijn fiets staat straks weer keurig in de garage, niet aan gort
in de steeg.
Door dat denken hou ik mijn adem in tot de ijzeren voetstappen
verdwijnen. Dan pas durf ik mijn arme, trillende en bloedende benen de opdracht
te geven naar de woonkamer te lopen en om het hoekje door het raam te kijken
naar het typische huis aan de overkant.
Mijn fiets is weg, het is stil en de verschoten gordijnen
zijn weer dicht.
'Rune?', vraagt mijn moeder. Ik hoor voetstappen en ik
kijk haar met een wit gezicht onder een gordijn van blond haar aan.
Ik zeg niks en zij ook niet. Dan gaat ze weg om de
eerstehulpdoos te halen. Ik mompel vreemde en verwarde woorden tegen haar. Als
ze terugkomt, probeert ze met verbandgaas de hoofdwond te stelpen.
'Rune' zegt ze. Ik luister naar het woord dat over
haar lippen komt. Ik kan er geen duidelijke emotie uit halen. 'Rune!'
Ik bal mijn vuisten, en maak zo ongewild de
schaafwonden op de knokkels erger. Wat kunnen mij die dingen nou schelen. Die pijn
is maar voor even. Wat me echt dwarszit is de man die daar woont.
Niemand ziet hem echt, hij gaat alleen zodra de zon
onder gaat weg, en komt weer zijn huis in een paar voordat de school weer
begint.
Zodra mijn moeder me laat gaan heb ik de halve
verbanddoos om mijn lichaam heen.
Mam bied van alles aan om me te kalmeren, maar ik neem
stilletjes een paar koeken mee, een mok koffie en mijn tas, en neem die mee
naar mijn kamer.
Ongeduldig tik ik het toetsenbord terwijl ik wacht op
mijn laptop van 3 jaar oud tot die klaar is met laden, om daarna weer 5 minuten
te moeten wachten op het bureaublad.
Haastig typ ik in de adresbalk van Chrome google maps,
en ik richt de sattelietbeelden op het huis aan de overkant. Ik begin mijn
onderzoek door alles wat ik kan vinden over de man of het huis op te zoeken. Er
is niet veel , maar hoe dieper ik begin te kijken, het deepweb in ga, hoe meer
verbanden ik vind. Link per link, woord voor woord kom ik verder, en elke keer
denk ik dat het niet erger kan, en keer op keer onderschat ik wat ik vind.
Als het onderzoekje klaar is en de zon zijn gezicht al heeft laten
zien kijk ik met een stoïcijnse grijns naar het resultaat. Het is nog steeds
geen antwoord op alles, maar ik weet genoeg om erachter te komen wat of wie hij
is. Ik begin te lachen, niks duivel,
niks trol, niks vervloekte.
Nee, wat ik nu weet, is veel erger dan dat.