De moeder van David S. Yvonne Keuls
Mijn mening
Ik vond het een interesant boek. Niet helemaal m'n favo type boek maar je voelt de spanning en de radeloosheid van Len goed. Je krijgt óf dezelfde gedachtes als haar óf je gaat je enorm aan haar ergeren.
De personages waren allemaal realistisch, omdat het ook een waargebeurd boek is.
Het boek gebruikte uiteindelijk flashbacks, was makkelijk en snel te lezen en niet moeilijk. Er werden niet al te moeilijke woorden gebruikt maar dan weer niet veel met Alinea's gewerkt.
Ik vond als top van het boek goed dat de schrijver alles goed en duidelijk weet te verwoorden. Emoties zoals angst worden realistisch weergegeven in het boek. De personages worden niet ingewikkeld neergezet, maar wel realistisch. Zo word wel duidelijk dat David een manipulatieve junk is, maar dat hij ook z'n kleine zwakheden heeft.
Samenvatting
http://leerlingen.com/huiswerk/auteur/yvonne-keuls/boekverslag/de-moeder-van-david-s/35363
Verhaalanalyse
Mijn verwachtingen van het boek werden opgewekt door de achterkant te lezen, ik zag waargebeurd staan, waardoor mijn verwachtingen waren dat de schrijver eerlijk en realistisch zou zijn. Ik heb vaker waargebeurde boeken gelezen, waardoor mijn verwachtingen vaak juist zijn aan het resultaat. Dit was een ander soort boek dan ik gewend ben maar houdt je wel constand in z'n greep. Zoals ik had verwacht klopte mijn idee van het boek, al kan dat niet altijd. Ik kan natuurlijk nooit weten dat het zo erg zou gaan, maar mijn verwachting over een boek dat je psychologisch uit kan putten was goed.
In het boek is David zo onvoorspelbaar en moeilijk, en Len gaat er zó mee om dat je het uiteindelijk zelf ook niet meer weet.
Open plekken en spanningsbogen
- Blz 48. Len en Simon zitten er over in of ze zonder David op vakantie kunnen zonder dat hij er den bende van maakt. Korte spanningsboog, tot blz 52. Het huis is vernielt en aan gort.
- Blz 66. De lezer krijgt de vraag voorgesteld of David drugs zal gebruiken. We zijn nog niet zo ver in het verhaal dat je preciés weet wie er drugs gaat gebruiken. Ord beantwoord op blz 77. Daarin zegt Len letterlijk dat David niet van de speed af kan blijven
- Blz 88 tot 93. In deze bladzijden zijn Len en Simon in paniek omdat David is weggelopen. Ze kunnen hem nergens vinden maar hij belt uiteindelijk rillend en met een schuld van duizend gulden vanuit Amsterdam. Dat was de eerste keer dat hij wegliep
- Blz 124. David word opgenomen in een opvangcentrum/psychiatrisch ziekenhuis. Het is niet zeker of hij er wel uit komt. Op Blz 154 word David op een afkickhoeve opgenomen. Op Blz 60 loopt hij daarvan weg. Hij word in ieder geval vrijgelaten dus....
Het verhaal is chronologisch, er zijn geen vooruitwijzingen omdat Len het vanuit haar perspectief bekijkt, ze kijkt wel terug, maar kan met geen enkele mogelijkheid weten wat er verder gebeurd.
Het boek gaat ongeveer per jaar, versnellen. In het hele boek worden er de 20 jaar van David beschreven.
Het verhaal komt vanuit 1 perspectief, 1 verhaallijn.
De schrijver maakt geen gebruik van manipulatietechnieken, simpelweg omdat dat niet nodig is in een waargebeurd verhaal.
Verhaal
Hoofdpersoon: Rune, een jongen van 17 jaar, die in het 5e jaar VWO zit. Hij woont al een tijdje in London, maar is zenuwachtig als hij langs een huis moet in z'n straat. Hij krijgt een vreemd gevoel elke keer, maar hij moet er wel elke keer langs. De enige manier om bij z'n huis te komen is door een krap straatje tussen een normaal London's huis zit, en het griezelhuis.
Hoofdstuk 1
Ik zie het huis naderen, meter bij meter. Elk rondje dat mijn fietswiel draait om z'n as voel ik mijn ingewanden inkrimpen. Ik ben niet de enige. De hond van de buren die altijd zo vrolijk hoort te zijn, glipt als een duivel met zijn staart tussen z'n poten tussen de huizen door.
Ik kijk recht voor me uit en knijp de rubberen handvaten van mijn fietsstuur goed vast. Dat heb ik nu al zo vaak gedaan dat het model van m'n hand tot op de bloedvaten aan toe in het rubber zit gegrift.
Zie ik daar iets bewegen? Nee toch niet. Nog een keer kijken.... Flitsen daar ogen voorbij of ben ik weer paranoïde?
Ik zet m'n voeten stevig op de trappers om snel de 50 meter te kunnen halen.
Ik snap niet wat er zo raar aan is. Het huis ziet er normaal uit, maar de gordijnen zijn dicht, en er komen vreemde geluiden uit. Ik kijk het huis in en kijk recht in een soort goudgloeiende ogen. Van binnen bevries ik en ik durf me niet te bewegen waardoor ik bijna omval met Mijn fiets. 'Holy.... ' sis ik vloekend.
Ik kijk als bevroren achterom en mijn fiets valt daardoor van de stoep af.
In paniek val ik om met mijn hoofd tegen de muur. Ik hoor een deur dichtklappen en ik durf niet te ademen. Wat is dat? Was dat eigenlijk wel menselijk?
De angst houdt me zo in de greep dat ik de bonzende hoofdpijn niet meer voel.
De deur gaat verder open. Een zwarte laars daalt langzaam van de trede af. Mijn oren piepen mee met het geruis van de lange jas die daarachteraan komt en in mijn hoofd galmen de voetstappen van ijzeren zolen van de zwarte laarzen door tot in mijn oren.
Ongevoelig voor de pijn die met het bloed uit mijn knieën en hoofd komt, krabbel ik onhandig overeind. Ik laat mijn fietswrak achter in de steeg. Ik hijg zwaar en durf niet achterom te kijken.
Met bibberende handen vis ik de huissleutel uit mijn zak. Gespannen over mijn schouder kijkend probeer ik het stukje ijzer in het slot te krijgen en ik duw met alles wat ik heb tegen de deur. Die glipt open en ik trek de sleutel terug. Ik glip tussen de deurpost en de deur door als die nog niet eens 20 centimeter open is en doe meteen bibberend de sleutel weer in het slot.
Mijn gezicht staat op huilen van angst en is helemaal rood, ook van het bloed dat uit mijn hoofd komt.
Ik laat me met mijn rug tegen de deurpost naar beneden zakken en leg mijn armen om mijn opgetrokken knieën heen. Hier ben ik veilig. De man uit het huis kan me niet zien.
Mijn ogen branden van de ingehouden tranen van angst en ik scheur een stuk van mijn kapotte broek af om de jaap in mijn slaap te dichten. De pijn is stekend maar wordt overheerst door een harde piep in mijn oren en de bonkende koppijn van mijn hoofd tegen de muur.
Ik hou mijn adem in als ik voetstappen hoor die dichterbij komen. Ik maak geen grapjes, dit ben ik op mijn dapperst. Ik heb al mijn vrienden uitgedaagd om door de steeg te komen, dat hebben ze geprobeerd, en ze doen dat van hun leven nooit weer.
Twee van hen zijn zelfs enkele dagen thuisgebleven met een hele hoop slaappillen.
Iedereen heeft de vreemde ogen gezien. Een vriend van mij alleen niet, hij is ook de enige die geen nachtmerries heeft....
Maar de vrienden die wel de nachtmerries krijgen, krijgen vreemd genoeg altijd dezelfde nachtmerries.
Ik houd mijn hoofd zo bezig, denken denken denken aan de feiten. Luister naar de feiten. Geen voetstappen buiten.
Ik hoor wel geklop maar dat kan er niet zijn. Er IS geen hoofdwond, mijn fiets staat straks weer keurig in de garage, niet aan gort in de steeg.
Door dat denken hou ik mijn adem in tot de voetstappen verdwijnen. Dan pas durf ik mijn arme, trillende en bloedende benen de opdracht te geven naar de woonkamer te lopen en om het hoekje door het raam te kijken naar het typische huis aan de overkant.
Mijn fiets is weg, het is stil en de gordijnen zijn weer dicht. Ik ril en gooi mijn schooltas ergens neer. Ik strompel naar boven,
'Rune?', vraagt mijn moeder. Ik hoor voetstappen en ik kijk haar met een wit gezicht onder een gordijn van blond haar aan.
Ik zeg niks en zij ook niet. Dan gaat ze weg om de eerstehulpdoos te halen. Ik mompel vreemde woorden tegen haar. Als ze terugkomt, probeert ze met verbandgaas de jaap te stelpen.
'Rune' zegt ze. Ik luister naar het woord dat over haar lippen komt. Ik kan er geen duidelijke emotie uit halen. 'Rune!' Ze eist mijn aandacht op. 'Rune, wat is er gebeurd?'